Rustdag, vandaar dat het de eerste keer is sinds het vertrek dat we niet direct ‘s ochtends on the road gaan. Eindelijk weer tijd om te lezen, voor een blogpost en om uit te rusten. We zijn terechtgekomen in de buurt van de Grand Canyon. Helaas was er geen plek in de beoogde herberg, namelijk een campsite in de buurt van de Canyon, dus moesten we 40 mile terugrijden om een kampeerplek te vinden aan het begin van het National Park.
Een rustdag was ook wel nodig nadat we in twee lange dagen over roadmovie-highway-linten door de ‘Four Corners’ van vier staten reden: New Mexico, Arizona, Utah en Colorado. Uit deze laatste staat zijn we vertrokken, maar niet voordat we eerst de grotwoningen van de Mesa Verde bezocht hebben.
Steeds weer andere landschappen, soms dorre, oneindige vlaktes begrensd door afgevlakte bergketens. Dan weer bergen van rode leisteen met rode aarde.
Het is bijna overal droog en stoffig, totdat er onverwacht groen opduikt, we zien het niet, maar er blijkt een rivier te stromen. Dan ook in de verte wat paarden, maar verder zien we geen vee hoewel er overal prikkeldraad is. Daar maak ik dankbaar gebruik van bij het fotograferen, net zoals van de hoogspanningslijnen in een poging iets van de oneindigheid te laten zien.
Het landschap heeft een spreekwoordelijk schoonheid, maar het is ook een arm gebied getuige het vele (zwerf)afval en het totaal ontbreken van ‘ruimtelijke ordening.’ Alle bebouwing van prefabricated huizen en mobile homes lijken willekeurig neergezet.
De overtreffende trap van alle landschap-clichés, die overigens ook allemaal waar zijn, is de Monument Valley. De bergen doemen op in de vlakte, alsof het beeldhouwwerken zijn, intrigerend. We rijden er naar toe en er om heen, maar laten de beker van een excursie naar de eigenlijke valley aan ons voorbij gaan.
Wel stimuleren we de lokale lokale economie en kamperen midden in het rode stof op de rand van een canyon. De uitbater is een vrolijk-melige Navajo die ons als leden van de lowlands tribe welkom heet. Geen water, maar daar hadden we opgerekend en dat hebben we zelf bij ons. Het is met $11 de goedkoopste campsite van de reis, maar daar komt dan wel $4 bij voor een bundeltje brandhout wat onze Indiaan ons aansmeert. Het hout is hetzelfde als de struikjes waar we tussen staan, een jeneverbes-achtige, getuige de geur van het hout als het brandt.
En weer verder, nu door de Painted Desert van Navajo Nation, maar met schone ramen om al rijdend te kunnen fotograferen. Bij de brug over de Colorado rivier ontmoeten we een biologe gewapend met een antenne. In de omgeving leven circa 75 condors, nakomelingen van een zestal paren die in de jaren negentig van de vorige eeuw zijn uitgezet nadat de vogelpopulatie geheel was uitgestorven. De vogels zijn gechipt en elke vogel zendt zijn eigen frequentie uit die de antenne opvangt. Het moderne vogelaar neemt waar en telt maar zonder de vogels daadwerkelijk te zien!